Melvin Meul (30) studeerde 2 keer af bij SALTO-school Reigerlaan. Eerst als onderwijsassistent, later als leerkracht basisonderwijs. Omdat er op die school niet direct een baan was, stapte hij spontaan binnen bij De Vuurvlinder. “Ik ben Melvin en ik hoorde dat dit een leuke school is om te werken”, zei hij. Dat is inmiddels 8 jaar geleden. Sindsdien is Melvin niet meer weg te denken van de school in de wijk waar hij zelf opgroeide.
“Eigenlijk wilde ik iets in de sport gaan doen”, zegt Melvin. “Maar ik kreeg last van mijn rug en koos een andere richting. Een opleiding tot onderwijsassistent leek me ook leuk. Daarnaast ging ik de jeugd trainen bij mijn voetbalvereniging. Kinderen en sport, die combinatie vond ik geweldig.” Al tijdens zijn opleiding dacht Melvin na over de toekomst. “Ik wilde graag doorgroeien. De pabo was een logisch vervolg.”
Ik heb het gevoel dat ik iets voor ze kan betekenen
Melvin Meul
Speelde mee dat ik een man was
Bij SALTO-school De Vuurvlinder waren ze meteen gecharmeerd van de enthousiaste, mannelijke leerkracht. “Ik weet eigenlijk niet of er op dat moment een vacature was. Maar ik denk dat het wel hielp dat ik een man ben, ja”, lacht Melvin. “Ik werk in een team met 4 mannen en zo’n 50 vrouwen. Dat vind ik prima, hoor. Mijn vrouw is nu zwanger van ons eerste kindje. Ik heb van mijn vrouwelijke collega’s al veel geleerd over alles wat met de zwangerschap te maken heeft.”
Relatie opbouwen
Melvin begon op De Vuurvlinder als invaller, kreeg later een eigen groep 5 en heeft nu groep 8 onder zijn hoede. “Ik vind het mooi om een band op te bouwen met deze kinderen. Het gaat niet alleen om rekenen en taal, maar ook om persoonlijke dingen waar kinderen op deze leeftijd mee zitten. Ik heb het gevoel dat ik echt iets voor ze kan betekenen. Bovendien kan ik mijn humor hier kwijt. Ook belangrijk: ik voetbal regelmatig een potje mee op het plein.”
Meer mannen erbij
Als man in het onderwijs snapt Melvin niet waarom zo weinig mannen voor dit vak kiezen. “Het is goed dat de pabo straks een splitsing maakt tussen onder- en bovenbouw. Veel jongens hebben toch moeite met de jongste leeftijdsgroep. Ik hoop dat er meer mannen bij komen. Voor veel kinderen in mijn groep ben ik de eerste mannelijke leerkracht in hun leven. Dus mannen, kom op, dit werk is zó waardevol!”